Camera View (Camera Weergave)

../../../_images/editors_3dview_navigate_camera-view_example.png

Camera-weergave demonstratie.

De camera-weergave toont de huidige scène vanuit het perspectief van de actieve camera.

De camera-weergave kan worden gebruikt om virtueel shots te componeren en een voorbeeld te bekijken van hoe de scène eruit zal zien tijdens het renderen. De gerenderde afbeelding zal alles binnen het gestippelde frame bevatten.

Zie ook

Zie Camera Settings voor details over hoe camera-instellingen worden gebruikt voor weergave en renderen.

Hint

In camera view kan de camera geselecteerd worden door op het gestippelde frame te klikken (ervan uitgaande dat het camera-object niet verborgen is).

Viewing the Active Camera (Actieve Camera Weergave)

Reference (Referentie)

Mode (Modus):

All Modes (Alle modi)

Menu:

View ‣ Cameras ‣ Active Camera, View ‣ Viewpoint ‣ Camera

Shortcut (Sneltoets):

Numpad0

Dit schakelt de weergave naar de actieve camera.

Setting the Active Camera (Toekennen Actieve Camera)

Reference (Referentie)

Mode (Modus):

Object Mode (Objectmodus)

Menu:

View ‣ Cameras ‣ Set Active Object as Camera

Shortcut (Sneltoets):

Ctrl-Numpad0

../../../_images/editors_3dview_navigate_camera-view_cameras.png

Actieve camera (links) weergegeven met een solide driehoek bovenaan.

Dit stelt het huidige actieve object in als de actieve camera en schakelt over naar de camera-weergave.

De actieve camera is degene die wordt gebruikt voor het renderen en waar doorheen gekeken wordt wanneer de camera-weergave wordt gekozen.

Een andere manier om de actieve camera in te stellen is via het Scene-tabblad van de Properties.

Notitie

De actieve camera wordt normaal gesproken op scène-niveau gedefinieerd, zodat deze hetzelfde is in alle 3D Viewports. Het is echter ook mogelijk om een camera alleen binnen één Viewport de actieve camera te maken. Zie Local Camera.

Animated Camera Switching (Geanimeerde Camera Wisselen)

Hoewel een scène standaard slechts één camera bevat, is het mogelijk meerdere camera’s te hebben. Het is mogelijk om de camera’s vervolgens aan specifieke tijdsposities in de animatie te koppelen om jump cuts te maken die verschillende perspectieven tonen. Zie Animating Cameras.

Frame Camera Bounds (Camera Grenzen Kadreren)

Reference (Referentie)

Mode (Modus):

All Modes (Alle modi)

Menu:

View ‣ Cameras ‣ Frame Camera Bounds

Shortcut (Sneltoets):

Home

Centreert de camera-weergave binnen het schermgebied van de 3D Viewport en past de weergave aan zodat deze binnen de grenzen van het gebied past.

Zoom Camera 1:1

Reference (Referentie)

Mode (Modus):

All Modes (Alle modi)

Menu:

View ‣ Navigation ‣ Zoom Camera 1:1

Zoomt de weergave zodat het camerakader dezelfde grootte heeft als de uitvoerresolutie. Dit stelt in staat om precies te zien hoe groot objecten zullen zijn in de gerenderde afbeelding/animatie.

Camera Positioning (Camera Positionering)

Er zijn verschillende manieren om de camera in de scène te positioneren. Enkele van deze methoden worden hieronder uitgelegd.

Hint

De actieve “camera” kan elk type object zijn, dat betekent dat deze acties ook gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld een lichtbron te positioneren en te richten.

Align Active Camera to View (De actieve camera uitlijnen naar weergave)

Reference (Referentie)

Mode (Modus):

Object Mode (Objectmodus)

Menu:

View ‣ Align View ‣ Align Active Camera to View

Shortcut (Sneltoets):

Ctrl-Alt-Numpad0

Verplaatst en roteert de camera zodat deze precies overeenkomt met je huidige viewport-weergave.

Camera Navigation (Camera Navigatie)

Door :ref Lock Camera to View <bpy.types.SpaceView3D.lock_camera> in te schakelen via :menuselection:`Sidebar –> View en over te schakelen naar de camera-weergave of de knop voor het vergrendelen van de navigatiegizmo in te schakelen in de cameraweergave, zal de camera “vastgeplakt” worden aan de weergave en deze volgen tijdens het navigeren.

Zie ook

Zie Fly/Walk Navigation voor navigatie in “first-person view” die ook de actieve camera beweegt.

Roll, Pan, Dolly, and Track

Om deze camerabewegingen uit te voeren, moet de camera eerst geselecteerd worden zodat transformatieoperaties erop van toepassing zijn. De volgende acties gaan er ook vanuit dat de gebruiker in de camera-weergave zit. Nadat dit is gedaan, kan de camera gemanipuleert worden met dezelfde tools die worden gebruikt om elk object te transformeren:

Roll (Rol)

Druk op R om de objectrotatiemodus in te schakelen. De standaardinstelling is om de camera te roteren langs de lokale Z-as (de as die orthogonaal is aan de cameraweergave), dit is de definitie van een camera “roll” .

Vertical Pan or Pitch

Dit is een rotatie langs de lokale X-as. Druk op R om de objectrotatiemodus in te schakelen, druk vervolgens twee keer op X. (De eerste toets selecteert de globale as, de tweede de lokale as. Dit werkt met elke as; zie Axis Locking).

Horizontal Pan or Yaw

Dit komt overeen met een rotatie rond de lokale Y-as van de camera. Druk op R, gevolgd door twee keer op Y.

Dolly

Om de camera te dollyen, druk op G gevolgd door MMB `(of :kbd:`Z twee keer).

Sideways Tracking

Druk op G en beweeg de muis (Door X of Y twee keer te gebruiken om horizontale of verticale beweging te maken).