Strip

Compositing (Compositing)

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Compositing

Blend (Vermengen)

De methode voor het mengen van de huidige strook met stroken in lagere kanalen. Zie Blend Modes voor meer informatie.

Opacity (Doorzichtigheid)

De doorzichtigheid (alpha) van de strip.

Wanneer deze eigenschap geanimeerd is, wordt de doorzichtigheid als een overlay op de strip weergegeven. De overlay zal eruitzien als een donker gedeelte dat de animatiecurve volgt. Dit kan verborgen worden door de F-Curves uit te schakelen.

Transform (Transformeren)

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Transform

Filter (Filter)

De techniek die wordt gebruikt om de waarden van pixels op niet-integer coördinaten binnen de afbeelding te schatten.

Auto (Automatisch):

Kies automatisch een filter op basis van de schaalfactor.

  • Geen schaling, geen rotatie, gehele posities: Nearest

  • Schaling met meer dan 2x: Cubic Mitchell

  • Schaling naar beneden met meer dan 2x: Box

  • Anders: Bilineair

Nearest (Dichtstbijzijnd):

Geen interpolatie; gebruikt de nearest buurpixel (snelste).

Bilinear (Bilinear):

Interpoleer tussen 2×2 monsters.

Cubic Mitchell:

Cubic Mitchell filter on 4×4 samples.

Cubic B-Spline:

Cubic B-Spline-filter (wazig maar zonder ringen) op 4×4 monsters.

Box:

Gemiddelden van bronafbeeldingsmonsters die onder de bestemmingpixel vallen.

Position X, Y

Wordt gebruikt om de frames langs de X- en Y-as te verplaatsen.

Scale X, Y (Schaal X, Y)

Schaal de afbeelding op de X- en Y-as.

Rotation (Rotatie)

Roteert de invoer twee-dimensionaal langs de Z-as.

Mirror (Spiegel)

Spiegelt de afbeelding langs de X-as (van links naar rechts) of de Y-as (van boven naar beneden).

Crop

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Crop

Wordt gebruikt om de bronafbeelding bij te snijden. Gebruik Top, Left, Bottom en Right om het aantal pixels te regelen dat wordt bijgesneden.

Video

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Video

Strobe

Toon elke nth frame. Bijvoorbeeld, als dit op 10 wordt gezet, wordt de strip alleen op frames 1, 11, 21, 31, 41… van de bron weergegeven.

Het is belangrijk te beseffen dat deze eigenschap een float-waarde is. Dit maakt het mogelijk om een strobe-effect exact gesynchroniseerd op een beat te gebruiken.

Reverse Frames (Omgekeerde frames)

Speelt de strip achterstevoren af, beginnend vanaf het laatste frame in de reeks.

Color (Kleur)

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Color

Saturation (Verzadiging)

Past de levendigheid van de kleuren in de afbeelding aan.

Multiply (Vermenigvuldigen)

Vermenigvuldigt de kleuren met deze waarde. Dit zal de helderheid verhogen.

Multiply Alpha

Vermenigvuldig de alpha samen met de kleurkanalen bij het gebruik van de Vermenigvuldigen optie.

Convert to Float

Zet de invoer om naar float-data.

Sound (Geluid)

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Sound

Werken met geluid wordt verder gedocumenteerd in Sound Strip.

Volume

Past de waargenomen luidheid of intensiteit van het geluid aan.

Wanneer deze eigenschap geanimeerd is, wordt het volume als een overlay op de strip weergegeven. De overlay zal eruitzien als een donker gedeelte dat de animatiecurve volgt. Dit kan verborgen worden door de F-Curves uit te schakelen. De waarde wordt ook weerspiegeld in de golfvorm.

Offset (Offset)

Offset van het geluid ten opzichte van het begin van de strip, uitgedrukt in seconden.

Mono

Mix alle audiokanalen samen tot één enkel kanaal.

../../../../_images/vse_setup_project_striptypes_sound-pan.png
Pan (Verplaatsen/Zwenken)

Wordt gebruikt om het geluid tussen de luidsprekers te panen in multichannel audio. Alleen mono-bronnen kunnen gepand worden; als het bronbestand niet mono is, schakel dan Mono in om de kanalen samen te voegen.

Deze waarde vertegenwoordigt in wezen de hoek waarin het wordt afgespeeld als je de waarde vermenigvuldigt met 90 graden.

Voor stereo werkt de output pan van links (-1) naar het midden (0) en uiteindelijk naar rechts (1).

Om de achterluidsprekers te gebruiken, kan men naar die luidsprekers pannen met hogere waarden, waarbij -2 links achter en 2 rechts achter is.

Tip

Voor een vloeiende animatie kunnen waarden buiten de zachte grenzen toegewezen worden, aangezien de hoek zich over meerdere rotaties heen wikkelt.

Notitie

Het aantal audiokanalen kan worden geconfigureerd in de Audio Output instellingen.

Display Waveform (Toon Golfvorm)

Toon een golfvorm van het geluidsbestand binnen de Sound-strip. De golfvorm weerspiegelt het volume van de strip en de animatie ervan met behulp van keyframes.

Clipping (Begrensde) audio, d.w.z. waarden boven 100% amplitude, worden in het rood weergegeven.

Deze optie is alleen zichtbaar als de Waveforms-overlay is ingesteld op Strip.

Time (Tijd)

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Time

Het Time-paneel wordt gebruikt om de bron- en tijdlijnpositie van de strip te regelen.

Vergrendelen (slotpictogram in het hoofdbalkpaneel )

Voorkomt dat de strook wordt verplaatst.

Toon Retiming-keys

Schakel de zichtbaarheid en selecteerbaarheid van Retiming Keys in.

Channel (Kanaal)

Verandert het kanaalnummer, of de rij van de strip.

Start

Verandert het startframe van de strip, dit is hetzelfde als het selecteren en verplaatsen van de strip.

Duration (Tijdsduur)

Verandert de lengte (in frames) van de strip. Dit gebeurt door het eindframe te wijzigen, dit is hetzelfde als het selecteren en verplaatsen van de rechterhandgreep van de strip.

End (Eind)

Toont de eindtijd en het eindframe van de strip.

Strip Offset Start/Eind

Positieve waarden verplaatsen de handles van de strip naar binnen, waardoor deze later begint dan het begin van het bronmateriaal en stopt voordat het eindigt. Hiermee kan het bronmateriaal bijgesneden worden naar het deel dat nodig is. Schakel Offsets-overlay in om het begin en het einde van het volledige bronbestand te zien.

Negatieve waarden verplaatsen de handles van de strip naar buiten, waardoor deze eerder begint dan het begin van het bronmateriaal en stopt na het einde ervan. Hiermee kan het eerste en/of laatste frame als een bevroren (still) afbeelding gedurende een bepaalde tijd worden weergeven.

In plaats van deze offsets in de zijbalk aan te passen, kunnen ook de handles van de strip worden geslepen.

Hold Offset Start/End

Wordt gebruikt voor het afsnijden van frames aan het begin/einde van het bronmateriaal. Op het eerste gezicht lijkt dit hetzelfde te doen als de Strip Offset eigenschappen, maar men kan ze in feite combineren om een frame vast te houden (bevriezen) dat niet het eerste of laatste frame is. Bijvoorbeeld, als de Hold Offset Start wordt ingesteld op 10 en de Strip Offset Start op -20, toont de video eerst het 11e frame van de bron gedurende 21 frames, en speelt vervolgens de resterende frames af.

Current Frame (Huidig Frame)

Het frame-nummer van de afspeelkop ten opzichte van het begin van de strip.

Source (Bron)

Refence (Referentie)

Panel (Paneel):

Sidebar ‣ Strip ‣ Source

Het bronpaneel toont (en laat men wijzigingen aanbrengen aan) het bestand waarnaar de strip wijst, evenals hoe dit bestand weergegeven moet worden.

Directory (Map)

De map die het bronbestand voor de strip bevat.

Filename (Bestandsnaam)

De volledige naam van het bronbestand. Let op: bestandsnamen zijn beperkt tot 256 tekens.

Color Space (Kleurruimte)

De kleurruimte van het bronbestand.

De lijst met kleurruimten is afhankelijk van de actieve OCIO config. De standaard ondersteunde kleurruimten worden hier in detail beschreven: Default OpenColorIO Configuration

Alpha Mode

Als het bronbestand een Alpha (transparantie) kanaal heeft, kun men kiezen tussen Straight Alpha en Premultiplied Alpha.

Stream Index Movie Strip

De videostream die gebruikt moet worden, voor het geval er meerdere zijn.

Deinterlace (Deinterlacen)

Past deinterlacing toe op analoge video.

Broninformatie

Toont informatie over de media van de strook.

Resolution

Resolutie van de actieve strip’s afbeeldingsoutput.

FPS Movie Strip

The frame rate encoded into the video file. If this value does not match the scene’s Frame Rate, the perceived speed of the media will be wrong unless the speed is changed to account for the difference.

Opties voor Image Strips

Directory (Map)

De map die het bronbestand(en) bevat.

Filename (Bestandsnaam)

De naam van het bronbestand. Voor afbeeldingsreeksen zal dit voor elk frame verschillend zijn.

Change Data/Files (Verander data/bestanden)

Opent een Bestandsbrowser waarmee men een nieuwe set afbeeldingen kan selecteren (als alternatief voor het wijzigen van de bovenstaande tekstvakken). Hetzelfde als Strip ‣ Inputs ‣ Change Paths/Files.

Options for Sound Strips (Opties voor soundstrips)

Sound (Geluid)

Data-block menu to select a sound.

File Path (Bestandspad)

Pad naar het bestand dat wordt gebruikt door het geselecteerde geluid data-block.

Pack (Verpakken)

Pack the sound into the blend-file.

Caching

Het geluidbestand wordt gedecodeerd en geladen in het RAM (werkgeheugen).

Broninformatie

Toont informatie over de media van de strook.

Sample Rate

Het aantal monsters per seconde waarop de audio is gecodeerd.

Channels (Kanalen)

Het aantal audiokanalen dat in de audiostream is gecodeerd.